Woorden waar ik van kots

Je kent het vast wel. Van die mensen die dan woorden zeggen waar je nekharen van overeind gaan staan. Nederlanders zijn creatief in het verzinnen van koosnaampjes en andere manieren om mensen en dingen op een andere manier te benoemen. Dit verschilt soms zelfs per provincie, ondanks dat het een klein landje is, is het gigantisch in haar vocabulaire. We verzinnen bijnamen voor onze kinderen, onze wederhelft en zelfs voor de huisdieren.

Maar wat voor de één een koosnaampje is, is voor de andere een tenenkrommende vloek waarvan gekotst moet worden bij het horen ervan. Hoe we eraan komen weten we niet, maar we komen er in ieder geval nooit meer vanaf. Maar wees gerust, het is goed bedoeld.

Nederlanders zijn het enige volk ter wereld dat uitwerpselen als liefkozende woordjes gebruikt. Een smerige gewoonte dat al honderden jaren is ingeburgerd in de Hollandse volksmond. Een stinkende volksmond, want drolletje, poepie en scheetje zijn blijkbaar prima vergelijkingen om de liefde van je leven of je favoriete kind mee aan te duiden. Maar als je verrekte zak stront tegen je vader zegt dan komt dat weer vreemd en onbeschoft over, dus bij deze een tip : als je jouw naaste toch vergelijkt met poep, verklein het woord, dat komt blijkbaar schattiger en liever over.

Genitaliën en andere intieme delen

Van de ontelbare beschikbare woorden in de Nederlandse taal kiezen wij ervoor om onze koosnaampjes dichtbij te houden, en soms in je broek. In bepaalde delen van ons land worden de woorden ‘pik’ en nog erger ‘pikkie’ gebruikt om je beste maatje mee aan te duiden. Zeg je dat in het zuiden van het land dan krijg je een klap op je smoel, dus wees voorbereid als je op vakantie gaat. Ook ‘kutje’ ‘suikertietje’ en ‘blote tietengezicht’ heb ik weleens voorbij horen komen, uiteraard als liefkozend bedoeld. ‘lik mijn reet’ en ‘krijg de schijt’ zijn daarentegen weer minder vriendelijk bedoeld, maar dat kan ons uiteraard geen reet schelen.

Sarcasme

Zijn we ook heel goed in. Stel je voor, je komt thuis van een dag werken onder Satan, onderweg kreeg je een lekke band. Je stormt van woede je huis in, waarna je echtgenote (met visite op de bank) lachend aan je vraagt ; ‘goedemiddag zonnestraaltje, hoe was het op je werk ?’Of als je uren in de keuken hebt staan zwoegen op een vijf gangendiner voor de hele familie. De kip wordt gitzwart en ruikt naar asbak, de groenten worden pap, en op het moment dat je in huilen uit wilt barsten komt je man uit zijn werk en vraagt ; ‘goedenavond  keukenprinsesje, wat eten we vanavond ?’

Kortom, we houden van elkaar, en dat zeggen we in onze eigen taal. Maar, het blijven woorden waar ik van kots. Wat jij?